Bätz-orgel Nieuwe Kerk
De Nieuwe Kerk te Delft beschikt over één van de grotere orgels van de fa. J. Bätz en co. Samen met de orgels van de Ronde Lutherse Kerk in Amsterdam en het orgel van de Domkerk in Utrecht, behoort dit orgel tot de drie 19e-eeuwse pronkstukken van de vermaarde Utrechtse orgelbouwer. Het instrument is gebouwd in 1839 en heeft 48 stemmen, verdeeld over hoofdwerk, rugwerk, bovenwerk en pedaal.
Het orgel heeft de tijd goed doorstaan. Van het pijpwerk is bijvoorbeeld meer bewaard gebleven dan bijvoorbeeld bij het Bätz-orgel van de Domkerk in Utrecht het geval is. De woorden van Jonathan Bätz lijken daardoor in vervulling te gaan: “Zo er geen rampen gebeuren zal men twee eeuwen na onze dood het werk nog als degelijk en eerlijk geleverd roemen”
De klank van het orgel heeft een vrij klassiek karakter, zeker als je dit vergelijkt met het 17 jaar jongere Bätz-
Technische Informatie
Toets- en registertractuur: mechanisch
Toonhoogte: a’ = 438 Hertz (bij 18°C)
Manuaalomvang: C-f3.
Pedaalomvang: C-d1
Stemming: evenredig zwevende temperatuur
Dispositie
Hoofdwerk
Prestant 16′
Bourdon 16′
Octaaf 8′
Roerfluit 8′
Octaaf 4′
Gemshoorn 4′
Quint 3′
Octaaf 2′
Mixtuur 4-
Scherp 4 st.
Cornet 5 st.
Fagot 16′
Trompet 8′
Trompet 4′
Rugwerk
Prestant 8′
Holpijp 8′
Quintadeen 8′
Octaaf 4′
Roerfluit 4′
Quint 3′
Octaaf 2′
Mixtuur 4-
Sexquialter 2 st.
Cornet 4 st.
Trompet 8′
Dulciaan 8′
Tremulant
Bovenwerk
Prestant 8′
Holpijp 8′
Quintadeen 8′
Viola di gamba 8′
Salicionaal 4′
Open fluit 4′
Roerquint 3′
Woudfluit 2′
Flageolet 1′
Trompet 8′
Vox humana 8′
Tremulant
Pedaal
Prestant 16′
Subbas 16′
Octaaf 8′
Fluitbas 8′
Roerquint 6′
Octaaf 4′
Ruispijp 5 st.
Bazuin 16′
Trombone 8′
Trompet 4′
Zink 2′
Koppelingen
Hoofdwerk + Bovenwerk
Hoofdwerk + Rugwerk
Pedaal + Hoofdwerk
Pedaal + Rugwerk
Bätz-Witte orgel Oude Kerk
Het hoofdorgel in de Oude Kerk te Delft werd in 1857 voltooid door C.G.F. Witte, de opvolger en voortzetter van de fa. Bätz & Co te Utrecht. Witte ontwikkelde een geheel nieuwe klankesthetiek, vooral gericht op monumentaliteit en volheid van klank. Hierdoor, en dankzij de aanwezigheid van een zwelkast en vele tongwerken, is dit orgel bij uitstek geschikt voor Nederlands, Duits en Frans romantische orgelwerken. De prachtige akoestiek in de monumentale Oude Kerk maken het een waar genot om de klanken van dit 19e-eeuwse topinstrument in je te op te nemen.
Tot de monumentale instrumenten die Witte heeft gemaakt behoren, naast dat van Delft, onder meer de orgels te Naarden en Gorinchem. Alhoewel het instrument te Delft gaaf bewaard is gebleven, zijn er in de loop van de tijd aan aantal wijzigingen aangebracht. Zo waren octaaf 2′ (hoofdwerk) en woudfluit 2′ (rugwerk) oorspronkelijk op respectievelijk rugwerk en hoofdwerk gedisponeerd, was de dulciaan 8′ (rugwerk) oorspronkelijk op het bovenwerk geplaatst en de fagot 16′ (bovenwerk) op het rugwerk. De vox celeste van het bovenwerk verving een daar geplaatste holfluit 8′ die naar het pedaal verhuisde ten koste van een octaaf 4′. De zwelkast is eveneens later toegevoegd. In 1974-
In 2004 is het orgel opnieuw gerestaureerd door de fa. Verschueren, aansluitend op de kerkrestauratie. Het betrof een conserverende restauratie waarbij geen noemenswaardige wijzigingen zijn aangebracht. Het orgel bevindt zich sindsdien in perfecte staat.
Technische Informatie
Toets- en registertractuur: mechanisch
Toonhoogte: a’ = 445 Hertz (bij 18°C)
Manuaalomvang: C-f3.
Pedaalomvang: C-f1
Stemming: evenredig zwevende temperatuur
Dispositie
Hoofdwerk
Prestant 16′
Prestant 8′
Bourdon 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Quint 2 2/3′
Woudfluit 2′
Mixtuur 5 st.
Cornet 5 st. d
Trompet 16′
Trompet 8′
Rugwerk
Prestant 16′
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Viola 8′
Octaaf 4′
Roerfluit 4′
Quint 2 2/3′
Octaaf 2′
Mixtuur 4 st.
Cornet 5st.d
Trompet 8′
Dulciaan 8′
Tremulant
Bovenwerk (in zwelkast)
Prestant 8′
Baarpijp 8′
Gamba 8′
Vox celeste 8′
Salicet 4′
Fluit 4′
Gemshoorn 2′
Nasart 1 1/3′
Fagot 16′
Schalmei 8′
Tremulant
Pedaal
Prestant 16′
Subbas 16′
Octaaf 8′
Holfluit 8′
Violon 8′
Bazuin 16′
Trombone 8′
Cornet 4′
Koppelingen
Hoofdwerk + Bovenwerk
Hoofdwerk + Rugwerk
Pedaal + Hoofdwerk
noordbeukorgel Oude Kerk
Het orgel in de noordbeuk van de Oude Kerk is in 1873 gebouwd door C.G.F. Witte (fa. J. Bätz & Co.) te Utrecht voor de (inmiddels afgebroken) Armenkerk aan de Schoolstraat in Delft. Het front dateert echter al uit 1846. In 1962 restaureerde de firma D.A. Flentrop (Zaandam) het instrument en plaatste het over naar de Oude Kerk. In 2004 restaureerde de firma Verschueren Orgelbouw (Heythuysen) het instrument.
Het orgel heeft een heldere en lieflijke klank en wordt zowel solo als tegelijkertijd met het hoofdorgel gebruikt. Minimaal eens per jaar is er een dubbelconcert waarbij de instrumenten tegelijkertijd worden bespeeld.
Dispositie
Manuaal
Prestant 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Octaaf 2′
Mixtuur 1-
Pedaal
Aangehangen
Technische Informatie
Toets- en registertractuur: mechanisch
Toonhoogte: a’ = 445 Hertz (bij 18°C)
Manuaalomvang: C-f3.
Pedaalomvang: C-d1
Stemming: evenredig zwevende temperatuur
koororgel Oude Kerk
Het koororgel van de Oude Kerk is vermoedelijk gebouwd rond 1770. De bouwer van dit kabinetorgel is tot dusver onbekend maar zal hoogstwaarschijnlijk de fa. Hess uit Gouda of een leerling van deze orgelbouwer geweest zijn.
Zowel solo, als in combinatie met andere instrumentalisten weet dit 18-eeuwse pronkstuk de monumentale ruimte van de Oude Kerk te vullen met genoeglijke klanken.
Dispositie
Bas
Holpijp 8′
Fluyt 4′
Quint 3′
Octaaf 2′
Ventiel
Discant
Prestant 8′
Holpijp 8′
Oktaaf 4′
Sexqualter 2 st.
Oktaaf 2′
Technische Informatie
Toets- en registertractuur: mechanisch
Toonhoogte: a’ = 428 Hertz (bij 18°C)
Manuaalomvang: C-f3.
Stemming: Valotti