Welkom op het concert met Ben van Oosten in de Oude Kerk te Delft. Dit concert wordt georganiseerd door Stichting Kerkconcerten Delft en Stichting Vox Humana (meer informatie: https://www.stichtingvoxhumana.nl)
Jacques-Nicolas Lemmens (1823-1881)
Sonate nr. 2 “O Filii” in e kl.t. (1874)
– Prélude (Allegro non troppo)
– Cantabile (Andante)
– Fuga (Allegro con fuoco)
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Praeludium und Fuge in bes kl.t., BWV 867 (uit: “Das Wohltemperierte Klavier”; orgelbew.: Max Reger)
Charles-Marie Widor (1844-1937)
Symphonie nr. 5 in f kl.t., op. 42/1 (1879)
– Allegro vivace
– Allegro cantabile
– Andante quasi allegretto
– Adagio
– Toccata
Toelichting (Ben van Oosten)
Sonate nr. 2 “O Filii” in e kl.t. – Jacques-Nicolas Lemmens (1823-1881)
De Belgische organist en componist Jacques-Nicolas Lemmens was een sleutelfiguur in het ontstaan van de beroemde 19e eeuwse Franse orgelschool. Door zijn concerten, onderricht en publicaties legde Lemmens de basis voor een reformatie van de in verval geraakte Belgische en Franse orgelkunst. Lemmens was bevriend met de illustere orgelbouwer Aristide Cavaillé-Coll (1811-1899), die talentvolle jonge organisten als Alexandre Guilmant en Charles-Marie Widor naar Brussel stuurde om door Lemmens volgens de klassieke Duitse orgeltraditie te worden onderricht. De strenge technische principes van Lemmens’ orgelmethode zijn in Frankrijk tot op heden werkzaam. Naast talrijke kleinere werken componeerde Lemmens voor orgel drie Sonates (resp. getiteld “Pontificale”, “O Filii” en “Pascale”), die in 1874 werden gepubliceerd. Deze werken tonen een synthese van klassieke traditie en romantische expressie. Bovendien vindt Lemmens’ interesse
voor het gregoriaans in deze sonates zijn weerslag.
Praeludium und Fuge in bes kl.t. (BWV 867) – Johann Sebastian Bach (1685-1750) Orgelbewerking: Max Reger (1873-1916)
Op uitnodiging van Cavaillé-Coll concerteerde Lemmens vanaf 1850 in Parijs, waar hij het publiek liet kennismaken met de orgelwerken van J.S. Bach, die destijds in Frankrijk nog vrijwel onbekend waren. Lemmens’ strenge Bach-interpretatie, geworteld in de Duitse klassieke traditie, was een openbaring voor de Parijse muziekkenners. Vanuit een geheel andere visie bewerkte Max Reger een halve eeuw later enkele klavierwerken van Bach. In deze transcripties wordt Bachs muziek als het ware herschapen volgens de laat 19e eeuwse uitvoeringsstijl. Het Praeludium und Fuge in bes kl.t. uit het “Wohltemperierte Klavier” (Boek I) leent zich door zijn ingetogen en elegische karakter bij uitstek voor zo’n geromantiseerde bewerking, die geheel op het destijds moderne orgel met zijn vele dynamische klankmogelijkheden is toegesneden.
Symphonie nr. 5 in f kl.t., op. 42/1 – Charles-Marie Widor (1844-1937)
Charles-Marie Widor, geboren in Lyon als zoon van een organist en kleinzoon van een orgelbouwer, studeerde bij Lemmens en François-Joseph Fétis in Brussel. Hij was 64 jaar lang organist aan de St.-Sulpice in Parijs en opvolger van César Franck als orgelleraar aan het Parijse Conservatoire. Hij was een zeer productief componist en heeft werken in alle genres nagelaten (orgelwerken, koorwerken, opera’s, orkest- en kamermuziek). Geïnspireerd door de orkestrale orgels van Aristide Cavaillé-Coll componeerde Widor tussen 1872 en 1899 tien grote orgelsymfonieën. Symphonie nr. 5 (1879) stamt uit de middelste scheppingsperiode van de componist. Het werk is zeer representatief voor Widor’s formele structuur en flamboyante schrijfstijl. In deze symfonie toont de rijpe Widor een meesterlijke beheersing van het symfonische orgel. Het werk is ongetwijfeld zijn meest geliefde orgelsymfonie. Het Allegro vivace bestaat uit een serie variaties op een uitgebreid, opgewekt thema. Naast de variatievorm is er in het verloop van dit deel ook sprake van een fantasievolle ontwikkeling van het thematisch materiaal. In het driedelige Allegro cantabile wordt het bekoorlijke hoofdthema op een solotongwerk gepresenteerd. In het lyrische middendeel ondersteunen gedragen akkoorden (voix céleste) sierlijke fluitguirlandes. Het eveneens driedelige Andantino quasi allegretto dient als het scherzo in deze symfonie. Het deel heeft een opvallende pedaalpartij, waarin het octaafinterval een belangrijke rol speelt. Het Adagio heeft een liedachtige thema met een contrapuntische stemvoering. Dit thema, dat als canon in het pedaal (Flûte 4’) wordt overgenomen, kondigt reeds het pedaalthema van de hierna volgende Toccata aan. Dit beroemde laatste deel is geheel gebouwd op een enkel motief, dat wordt ontwikkeld in een onafgebroken snelle staccato-figuratie, begeleid door repeterende akkoorden met een markant ritme. Daaronder verschijnt het statige thema in het pedaal. Door zijn onweerstaanbare ritmische drive is dit stuk naast Bach’s Toccata in d kl.t. het bekendste orgelwerk uit de gehele orgelliteratuur geworden.
Ben van Oosten werd in 1955 te Den Haag geboren. Hij studeerde orgel en piano aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam en vervolgens in Parijs. Op 11-jarige leeftijd kreeg Ben van Oosten zijn eerste aanstelling als kerkorganist en vier jaar later debuteerde hij als concertorganist in zijn geboorteplaats. Sindsdien treedt hij met groot succes op in de belangrijkste orgelcentra over de gehele wereld en vestigde hij zijn reputatie als één van de vooraanstaande internationale concertorganisten.
Ben van Oosten was van 1994 tot 2021 als hoofdvakleraar orgel verbonden aan Codarts (Rotterdams Conservatorium), alwaar hij talrijke binnen- en buitenlandse studenten opleidde. Hij is een veelgevraagd docent bij internationale academies (o.a. Zomeracademie te Haarlem, McGill University Organ Academy te Montréal, Torch Center te Seoul, Tokyo University of the Arts) en jurylid bij de belangrijke internationale orgelconcoursen (o.a. Parijs, Chartres, Nürnberg, München, Landsberg, St. Albans, Birmingham, Genève, Dublin).
Zijn opzienbarende cd-opnamen van het Franse symfonische orgelrepertoire (o.a. de acht sonates van Guilmant en het complete orgeloeuvre van Franck, Widor, Vierne, Dupré en Saint-Saëns) werden met talrijke internationale prijzen onderscheiden (o.a. Preis der deutschen Schallplattenkritik, Choc du Monde de la Musique, Diapason d’Or). Bovendien ontving hij in Duitsland de prestigieuze muziekprijzen Echo Klassik (voor de Dupré-integrale, 2011) en Opus Klassik (voor de Franck-integrale, 2019). Van zijn hand verscheen in 1997 bovendien een omvangrijke biografie over Charles-Marie Widor.
Vanwege zijn grote verdiensten voor de Franse orgelmuziek werd Ben van Oosten driemaal onderscheiden door de Société Académique “Arts-Sciences-Lettres” te Parijs. De Franse regering benoemde hem tot Chevalier (1998) en Officier (2011) dans l’Ordre des Arts et des Lettres. In 2010, bij zijn 40-jarig jubileum als concertorganist, werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Ter gelegenheid van zijn 50-jarig jubileum als concertorganist ontving hij voor zijn verdiensten op het gebied van de orgelcultuur in de Hofstad de stadspenning van de gemeente Den Haag.
Sinds 1990 is Ben van Oosten organist van de Grote Kerk te Den Haag en aldaar artistiek leider van het jaarlijkse “Internationaal Orgelfestival”.
Het concert begint om 20:00 uur en om 19:30 zal de kassa openen. Entreeprijs: 10,- p.p. (t/m 16 jaar gratis en donateurs van Stichting Vox Humana tegen gereduceerd tarief). Wij raden u aan op tijd te komen zodat u een optimale zitplaats kunt uitzoeken; zitplaatsen zijn vrij. Opgave voor dit concert is niet verplicht i.v.m. een groot aantal zitplaatsen.